News Update Hoge Raad

Week 39 | Stuiting en verjaring bij collectieve actie op de voet van art. 3:305a (oud) BW
27 september 2024

Stuiting en verjaring bij collectieve actie op de voet van art. 3:305a (oud) BW

Civiel

De verjaring van een rechtsvordering wordt gestuit onder meer door het instellen van een eis (art. 3:316 lid 1 BW). Leidt de eis niet tot toewijzing, dan is de verjaring slechts gestuit, indien binnen zes maanden nadat het geding is geëindigd, een nieuwe eis wordt ingesteld en deze alsnog tot toewijzing leidt (art. 3:316 lid 2 BW). De HR oordeelt dat het instellen van een collectieve vordering op grond van artikel 3:305a (oud) BW de vorderingen van individuele belanghebbenden die daarop aansluiten stuit, en dat deze stuiting eindigt wanneer een (gedeeltelijk) toewijzende uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. Aangenomen moet worden, aldus de HR, dat in dat geval, vanaf de dag na het in kracht van gewijsde gaan van de toewijzende uitspraak een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen voor de vorderingen van individuele belanghebbenden die op de collectieve actie aansluiten, die gelijk is aan de oorspronkelijke verjaringstermijn, maar niet langer dan vijf jaar.

ECLI:NL:HR:2024:1311

Regelmatig gemaakte overuren tellen mee bij de berekening van het vakantieloon

Civiel

Diverse werknemers van een transportbedrijf eisten dat hun op regelmatige basis gemaakte overuren moesten worden meegeteld bij de berekening van het vakantieloon. Het transportbedrijf betoogde dat overuren uitsluitend meetellen als de werkgever op grond van de arbeidsovereenkomst de werknemer eenzijdig kan opleggen om overuren te maken, en dit ook kan afdwingen. De HR verwerpt deze opvatting. De HR oordeelt dat uit het arrest Hein/Holzkamm van het HvJEU volgt dat overwerk meegeteld moeten worden bij het vakantieloon indien dit behoort tot de werkzaamheden die de werknemer gewoonlijk verricht ter uitvoering van de arbeidsovereenkomst en de vergoeding hiervan een significant deel uitmaakt van zijn loon.

ECLI:NL:HR:2024:1317
ECLI:NL:HR:2024:1319
ECLI:NL:HR:2024:1320
ECLI:NL:HR:2024:1322

Richtlijnconforme uitleg loonbegrip in art. 8 lid 1 (oud) Waadi

Civiel

De HR oordeelt dat het begrip 'loon' in art. 8 lid 1 (oud) Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) moet worden uitgelegd in overeenstemming met het begrip 'bezoldiging' in de Uitzendrichtlijn (Richtlijn 2008/104/EG). Dat brengt mee dat het begrip loon ruim moet worden uitgelegd en alle huidige of toekomstige voordelen in geld of in natura omvat, mits deze door de werkgever aan de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking worden toegekend. Het arrest van het hof waarin onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis tot uitgangspunt werd genomen dat 'loon' niets anders is dan de tegenprestatie voor de bedongen arbeid wordt vernietigd.

ECLI:NL:HR:2024:1303

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel