Arbitraal vonnis door Hoge Raad hersteld na vernietiging op grond van vermeende corruptie
21 juli 2021
Op 16 juli 2021 heeft de Hoge Raad het arrest van het Hof in Den Haag vernietigd, en het arbitrale vonnis hersteld dat eerder door het scheidsgerecht in Den Haag was gewezen in de zaak Wells/Bariven (klik hier voor een machinevertaling naar het Engels van de uitspraak van de Hoge Raad ).
Bariven S.A. (“Bariven”) is een dochter van het Venezolaanse staatsenergiebedrijf Petróleos de Venezuela (“PDVSA”), en houdt zich primair bezig met de inkoop van hulpmiddelen voor het produceren en raffineren van olie en gas. Wells Ultimate Service LLC (“Wells”) is een in Texas opgerichte leverancier.Het ICC had een vonnis (“het Vonnis”) in het voordeel van Wells gewezen, waarbij Bariven veroordeeld werd om Wells USD 11,7 miljoen, vermeerderd met rente en kosten, te betalen voor het niet-nakomen van een overeenkomst uit 2012 voor de aanschaf van twee zgn. “top drives” (grote aandrijfmotoren die op boorplatformen worden ingezet). Eén van de door Bariven aangevoerde verweren in de arbitrageprocedure was dat volgens Nederlands recht de overeenkomst tussen Wells en Bariven óf nietig was omdat de opdracht door middel van corruptie was verkregen en zodoende in strijd was met de openbare orde, óf vernietigbaar was omdat de opdracht was verkregen door fraude of bedrog. Het scheidsgerecht oordeelde dat Bariven niet aan de op haar rustende bewijslast had voldaan, en overwoog daarbij dat, hoewel de door Bariven aangevoerde feiten overduidelijk vragen opriepen omtrent de handelswijze van Wells, zij geen ‘duidelijk en overtuigend’ bewijs van corruptie opleverden. Het scheidsgerecht oordeelde tevens dat, zelfs indien de opdracht onder invloed van corruptie tot stand was gekomen en de overeenkomst nietig dan wel vernietigbaar was, Bariven alsnog de overeengekomen prijs diende te betalen voor de goederen die Wells naar Nederlands recht had geleverd. Het scheidsgerecht te Den Haag veroordeelde Bariven daarom om Wells de koopprijs voor de top drives te betalen.
In juli 2018 ging Bariven in beroep bij het Gerechtshof in Den Haag, waarbij vernietiging van het Vonnis werd verzocht op grond van strijdigheid met de openbare orde wegens het gedogen van corruptie. Wells voerde aan dat het Vonnis niet in strijd kon zijn met de openbare orde, omdat naar Nederlands recht overeenkomsten die door middel van corruptie tot stand komen niet nietig zijn, maar slechts vernietigbaar. Het Hof in Den Haag deelde die mening niet, en overwoog dat een opdracht wordt geacht zodanig nauw verband te houden met corruptie dat juridische uitvoering strijdig is met de openbare orde, indien de overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van corruptie en zonder corruptie niet tot stand zou zijn gekomen, althans niet onder dezelfde voorwaarden. Het Hof meende daarbij dat, gezien het door Bariven aangevoerde bewijs van corruptie, het in stand laten van het arbitrale vonnis “strijdig met de openbare orde” zou zijn.
Vervolgens heeft de Hoge Raad op 16 juli 2021 het arbitrale vonnis in de zaak Wells/Bariven hersteld, en het arrest van het Hof in Den Haag vernietigd. De Hoge Raad deelde het standpunt van Wells dat Bariven geen gronden had aangevoerd tegen het obiter dictum waarin het scheidsgerecht oordeelde dat, zelfs indien de opdracht door middel van corruptie tot stand was gekomen en de overeenkomst nietig dan wel vernietigbaar was, Bariven alsnog de overeengekomen prijs diende te betalen voor de goederen die Wells naar Nederlands recht had geleverd. De Hoge Raad was het met Wells eens dat het Hof in Den Haag daarmee ten onrechte geen rekening had gehouden.
De uitspraak van de Hoge Raad is uiterst relevant voor de internationale arbitragegemeenschap, doordat hiermee wordt bevestigd dat Nederland uiterst geschikt is voor internationale arbitrageprocedures.
Wells werd vertegenwoordigd door Bart van der Wiel, Dirk Knottenbelt, Thomas Stouten en Remme Verkerk.
Written by: