News Update Zorg | Week 46
Aankomende veranderingen voor de governance en bedrijfsvoering van zorgorganisaties
13 november 2020
13 november 2020
De wetgever heeft momenteel veel aandacht voor de governance en bedrijfsvoering van zorgorganisaties en winstuitkering in de zorg. Ook wil de wetgever complexe zorgstructuren in beeld krijgen waarin bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van onderaannemers.
Op 4 november 2020 informeerde minister van Ark (Medische Zorg en Sport) de Tweede Kamer over de stand van zaken met betrekking tot diverse wetten en wetsvoorstellen. Op 11 november 2020 is het Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen door de Eerste Kamer aangenomen. De volgende (aanstaande) wetten raken de governance en bedrijfsvoering van zorgorganisaties:- de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr), die waarschijnlijk op 1 juli 2021 in werking zal treden. De Wbtr bevat regels voor tegenstrijdig belang en voor ontstentenis en belet van bestuurders en toezichthouders van stichtingen, verenigingen en coöperaties;
- de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (Awtza) (gezamenlijk (A)wtza) waaronder begrepen het bijbehorende uitvoeringsbesluit (UB) en de bijbehorende uitvoeringsregeling (UR). Deze zullen waarschijnlijk op 1 januari 2022 in werking treden. De (A)Wtza zijn gericht op een verbetering van het kwaliteitstoezicht door de Inspectie Gezondheid en Jeugd (IGJ) en het bevorderen van de bewustwording van zorgaanbieders van de (kwaliteits-)eisen waaraan de zorgverlening dient te voldoen en hun verantwoordelijkheden daarvoor. Belangrijke wijzigingen zijn de meld- en vergunningsplicht, de transparantie-eisen ten aanzien van bedrijfsvoering, verstevigde eisen ten aanzien van de interne toezichthouder, de delegatiegrondslag voor regels over acute zorg, de overheveling van toezichttaken van de IGJ naar de NZa en de uitbreiding van de jaarverantwoordingsplicht;
- de Wet integere bedrijfsvoering zorgaanbieders (Wibz) die – volgens de brief van de minister – in het eerste kwartaal van 2021 ter consultatie zal worden aangeboden. Waar de (A)wtza vooral ziet op kwaliteit, zal de Wibz vooral zien op integere bedrijfsvoering van zorgaanbieders. Belangrijk aandachtspunt is dat bij twijfels over tegenstrijdige belangen of excessieve winstuitkering door zorgorganisaties, het externe toezicht in de toekomst sneller en voortvarender moet kunnen optreden en personen die met de verkeerde intenties aan de slag willen binnen de zorg, beter moeten kunnen worden geweerd.
De Wbtr en de (A)Wtza zijn al aangenomen door de Eerste Kamer. Anders dan deze beide wetteksten, staan de Wibz en uitvoeringsbesluiten en -regelingen van de (A)Wtza nog verre van vast en moeten zelfs nog (in het verkiezingsjaar) ter consultatie worden aangeboden. Uit de brief van de minister worden een aantal denkrichtingen echter al wel duidelijk waar zorgaanbieders zich ook al op kunnen voorbereiden. Wij lichten deze hierna toe.
Tegenstrijdig belang, ontstentenis en belet
De Wbtr introduceert een tegenstrijdig belangregeling voor de stichting en wijzigt deze regeling voor de vereniging en de coöperatie. Onder de Wbtr mag een bestuurder of toezichthouder niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming, indien hij/zij daarbij een tegenstrijdig belang heeft. Wanneer alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben, wordt het besluit genomen door de raad van toezicht. Wanneer alle toezichthouders een tegenstrijdig belang hebben, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering (van een vereniging of coöperatie) of door de toezichthouders zelf (van een stichting), waarbij in laatstbedoeld geval de beweegredenen voor het besluit schriftelijk worden vastgelegd. De regels gelden ongeacht of deze zijn weerspiegeld in de statuten van de rechtspersoon. Om discrepantie tussen het geldend recht en de statuten te voorkomen, kan het raadzaam zijn om de statuten en eventuele reglementen te wijzigen. Dit is temeer van belang aangezien de Wibz erin zal voorzien dat externe toezichthouders, zoals de NZa, de toepassing van de tegenstrijdig belangregeling door zorgaanbieders kunnen handhaven.De Wbtr verplicht stichtingen, verenigingen en coöperaties om in de statuten een regeling op te nemen voor ontstentenis en belet van alle bestuurders en van alle toezichthouders. Een regeling is optioneel voor ontstentenis of belet van een of meer (maar niet alle) bestuurders of toezichthouders. Rechtspersonen zijn niet verplicht actief hun statuten te wijzigen om een ontstentenis- en beletregeling op te nemen, maar als de statuten (om welke reden dan ook) worden gewijzigd, moet deze regeling (ook) worden opgenomen.
Introductie meldplicht en uitbreiding van de vergunningsplicht
Onder de Wtza dient iedere aanbieder van zorg, zoals bedoeld bij of krachtens de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), zich te melden bij het CIBG. De meldplicht geldt ook voor bestaande zorgaanbieders en voor onderaannemers van zorgaanbieders. Met deze meldplicht komen de zorgaanbieders (inclusief onderaannemers) in beeld bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).Als gevolg van de Wtza zullen meer instellingen vergunningsplichtig worden dan onder de huidige Wet toelating zorginstellingen (WTZi). Onder de Wtza dient een instelling over een toelatingsvergunning te beschikken als deze:
- medisch specialistische zorg verleent of doet verlenen; of
- met meer dan tien zorgverleners zorg verleent of doet verlenen, zoals omschreven in de Wet langdurige zorg (Wlz) of de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Onderaannemers zoals gedefinieerd in de Wtza zijn uitgezonderd van de vergunningsplicht.
Deze vergunning dient tijdig te worden aangevraagd. Daarbij dient de instelling onder meer haar statuten te overleggen. Voor bestaande instellingen en zorgaanbieders gelden overgangsbepalingen:
- voor instellingen die in het bezit zijn van een toelating op grond van de WTZi geldt die toelating als een vergunning;
- instellingen die worden geacht in het bezit te zijn van een toelating in de zin van de WTZi, dienen binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Wtza een vergunning aan te vragen;
- zorgaanbieders die niet over een toelating in de zin van de WTZi hoeven te beschikken maar wel over een vergunning in de zin van de Wtza, dienen binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Wtza een vergunning aan te vragen.
Interne toezichthouder
De Wtza stelt eisen aan de bestuursstructuur van zorginstellingen die dienen te beschikken over een toelatingsvergunning. Een belangrijk onderdeel hiervan is dat de zorginstelling een interne toezichthouder (doorgaans een raad van toezicht) moet instellen. Deze eis geldt niet voor de onderaannemers zoals gedefinieerd in de Wtza.Uit de concept memorie van toelichting bij het UBWtza zou kunnen worden afgeleid dat de zorginstelling (en iedere zorginstelling binnen een groep) zelf een interne toezichthouder dient in te stellen, omdat een interne toezichthouder van een moedervennootschap te veraf staat van de instelling en geen direct toezicht kan houden. Houthoff heeft in reactie op de consultatie van het UBWtza gevraagd te verduidelijken of ook toezicht op groepsniveau is toegestaan. Gezien de aandacht die hiervoor van verschillende kanten wordt gevraagd, lijkt aannemelijk dat dit punt wordt verduidelijkt bij de vaststelling van het UBWtza.
De statuten van de zorginstelling (en in aanvulling daarop eventueel reglementen) dienen de volgende onderwerpen te regelen:
- taak en richtsnoer van de interne toezichthouder;
- onafhankelijke taakvervulling en onverenigbaarheden. Hierbij is van belang dat de onverenigbaarheden in het UBWtza enigszins afwijken van de huidige transparantie-eisen van het CIBG, die in de regel zijn overgenomen in de statuten van de zorginstelling. Om discrepantie tussen het geldend recht en de statuten te voorkomen, kan het raadzaam zijn om de statuten te wijzigen;
- samenstelling van de interne toezichthouder, die uit ten minste drie personen moet bestaan, en het opstellen van een profielschets;
- wijze waarop de interne toezichthouder informatie aan het bestuur verstrekt;
- zittingstermijn van maximaal twee keer vier jaar;
- toekennen van een passende vergoeding.
Een zorginstelling dient aan deze eisen te voldoen voor het verkrijgen en behouden van een vergunning. Bovendien is de IGJ bevoegd de naleving hiervan te handhaven.
Winstuitkering
Het aangekondigde wetsvoorstel Wibz is er mede op gericht excessen rond winstuitkering aan te pakken. In dat kader overweegt de wetgever de mogelijkheid te introduceren voorwaarden te stellen aan winstuitkering door hoofd- en onderaannemers in de extramurale zorg, en onderaannemers in de intramurale zorg.Ter voorbereiding op dit wetsvoorstel heeft de minister SEO-BDO gevraagd haar te adviseren over de mogelijkheden regels te stellen aan winstuitkeringen in de zorg. In hun rapport gaan SEO en BDO in op (i) minimumdrempels waar zorgaanbieders aan moeten voldoen willen zij dividend uit mogen keren, en (ii) mogelijke regels ten aanzien van de maximaal uit te keren winst. De minimumdrempels liggen vooral op het vlak van de (minimale) financiële gezondheid van de zorginstelling die winst wil uitkeren. Regels over de maximaal uit te keren winst kunnen bijvoorbeeld worden gerelateerd aan een percentage van de investeringen (return on investment) of omzet. In het rapport wordt expliciet aandacht gevraagd voor de nadelen van deze maximering. Het rapport noemt als mogelijke nadelen:
- het ontmoedigen van kostenreducties (voorbij de grenswaarde van de uit te keren winst) en aanmoedigen 'gold plating';
- het wegnemen van de prikkel te investeren in kwaliteit als dit leidt tot hogere omzet en daarmee meer winst;
- de toename van wachtlijsten; en
- het ontmoedigen van ondernemerschap.
Afronding
Voornoemde wetten en wetsvoorstellen kunnen grote gevolgen hebben voor de governance en bedrijfsvoering van zorgorganisaties. Sommige wijzigingen zijn al duidelijk: als er een statutenwijziging of oprichting in voorbereiding is, kan bijvoorbeeld worden geanticipeerd op de regels uit de Wbtr. Verschillende wijzigingen zijn nog niet uitgekristalliseerd en uiteraard houden wij de ontwikkelingen op dit terrein nauwlettend in de gaten. Indien u zich wenst voor te bereiden op de aanstaande regelgeving komen we graag met u in gesprek.Lees hier de volledige News Update Zorg van week 46.
MONITORING WETSVOORSTELLEN ZORG
Op onze website vindt u een overzicht van de aanhangige en recent in werking getreden wetsvoorstellen in de zorg. Per wetsvoorstel kunt u de volledige naam, actuele status en bijbehorende documenten raadplegen. Zo heeft u een volledig en actueel overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving in de zorg.Klik hier voor de monitoring wetsvoorstellen Zorg.
Zie ook het jaaroverzicht, waarin alle wetswijzigingen in de zorg van 2019 beschreven zijn.
Written by: