News Update Employment & Pensions
2 januari 2024
Ook in 2024 treden weer verschillende arbeidsrechtelijke wijzigingen in werking. We stippen er enkele aan en gaan in op een aantal andere wetswijzigingen die worden verwacht.
Vanaf 1 januari 2024
Invoering minimum uurloon
Voor elke werknemer wordt hetzelfde minimum uurloon ingevoerd. Door een minimum uurloon in te voeren in plaats van een minimum dag-, week- en maandloon komt een einde aan de situatie dat werknemers met een 40-urige werkweek een lager uurloon hebben dan werknemers die bij een onderneming werken waar een fulltime werkweek van 36 uur de norm is.
Stijging onbelaste reiskostenvergoeding
De onbelaste reiskostenvergoeding gaat van € 0,21 per kilometer naar € 0,23 per kilometer.
Maximum transitievergoeding
De transitievergoeding wordt van € 89.000,– gewijzigd in € 94.000,–. Als het jaarsalaris hoger is dan € 94.000, is de transitievergoeding maximaal 1 bruto jaarsalaris.
Opbouw pensioen
Werknemers gaan vanaf 18 jaar pensioen opbouwen in plaats van vanaf 21 jaar.
Vanaf 1 juli 2024
Registratie CO2-uitstoot
Werkgevers met 100 of meer werknemers moeten vanaf 1 juli 2024 de CO2-uitstoot van hun werknemers bijhouden en hierover uiterlijk op 30 juni van ieder jaar rapporteren aan de overheid. Het gaat dan om de CO2-uitstoot van alle zakelijke reizen en het woon-werkverkeer. Vliegreizen en reizen met een vaartuig, zoals een veerpont, vallen niet onder de rapportageplicht.
Werknemers zijn in dit kader personen met een arbeidsovereenkomst vanaf 20 uur per maand. Het gaat hierbij ook om werknemers die in het buitenland wonen maar bij de Nederlandse vestiging van de onderneming werken. Uitzendkrachten, gedetacheerden en zzp'ers vallen niet onder de rapportageverplichting.
In het geval een onderneming meerdere vestigingen heeft met allemaal hetzelfde KvK-nummer, dan worden de gegevens van deze vestigingen voor de rapportage bij elkaar opgeteld.
Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland staat een digitaal formulier waarmee bedrijven kunnen rapporteren. Het gaat onder andere om gegevens die werkgevers vaak al in hun administratie hebben, zoals het totaal aantal kilometers dat de werknemers in een kalenderjaar hebben afgelegd voor zakelijk en woon-werkverkeer. Daarnaast moet worden gerapporteerd over het jaartotaal aan kilometers onderverdeeld in het soort vervoermiddel en het brandstoftype dat is gebruikt.
Andere wetswijzigingen die worden verwacht
Wetsvoorstel verplichtstelling vertrouwenspersoon bij tien werknemers
In 2023 heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangenomen dat werkgevers verplicht om een vertrouwenspersoon aan te stellen, om ongewenst gedrag op de werkvloer terug te dringen en een veilige werkomgeving voor alle werknemers te creëren.
Verder regelt het wetsvoorstel een aantal basistaken van de vertrouwenspersoon en wordt de rechtspositie van de vertrouwenspersoon in organisaties versterkt.
Kleine bedrijven met minder dan tien werknemers worden vooralsnog uitgezonderd van de verplichting.
Het wetsvoorstel ligt momenteel ter behandeling bij de Eerste Kamer.
Hervorming concurrentiebeding
Het kabinet wil de wetgeving met betrekking tot het concurrentiebeding aanscherpen en hervormen om doorstroom op de arbeidsmarkt makkelijker te maken. Onder andere wordt het concurrentiebeding wettelijk begrensd in duur en geografische reikwijdte. De werkgever moet ook in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd het zwaarwichtig bedrijfsbelang van een concurrentiebeding motiveren en een werkgever moet een vertrekkende werknemer een vergoeding betalen als de werknemer zich aan het concurrentiebeding houdt.
Deze plannen worden momenteel uitgewerkt in een wetsvoorstel en zal ter consultatie worden voorgelegd om vervolgens naar de Tweede Kamer te worden gestuurd. De datum van eventuele inwerkingtreding is nog niet bekend.
Aanpak schijnzelfstandigheid zzp’ers
De Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden moet duidelijkheid scheppen over de vraag wanneer sprake is van werken als zelfstandige en wanneer van werken als werknemer.
- De norm ‘werken in dienst van’ (gezag) uit artikel 7:610 BW wordt verduidelijkt en er zal telkens een weging moeten plaatsvinden tussen hoofdelementen die wijzen op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst (werkinhoudelijke sturing en organisatorische inbedding) en contra-indicaties die wijzen op de afwezigheid ervan (ondernemerschap).
- Bij een tarief onder € 32,24 (peildatum 1 juli 2023) geldt het rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst.
De verwachting is dat het wetsvoorstel in het tweede kwartaal van 2024 aan de Tweede Kamer aangeboden kan worden. Het beoogde tijdstip van inwerkingtreding van de maatregelen in dit voorstel is 1 juli 2025.
Ontwerp wetsvoorstel tot wijziging van de re-integratieverplichtingen in het tweede ziektejaar bij kleine en middelgrote werkgevers
Kleine en middelgrote werkgevers krijgen de mogelijkheid om vanaf de start van het tweede ziektejaar gezamenlijk te besluiten tot het afsluiten van de re-integratie in het eerste spoor.
De werkgever hoeft in het geval van afsluiting van het eerste spoor de (eigen) functie van de werknemer niet meer beschikbaar te houden (ook niet na volledig herstel) en de werknemer niet meer te laten re-integreren in een functie in zijn organisatie.
De loondoorbetalingsplicht, re-integratieplicht en het opzegverbod blijven wel in stand.
In het tweede ziektejaar is de re-integratie van de zieke werknemer volledig gericht op het tweede spoor, dat wil zeggen re-integratie bij een andere werkgever. Als de werknemer in het tweede ziektejaar volledig herstelt en zijn "eigen" functie is nog niet vergeven, dan heeft de werknemer het recht om terug te keren in de eigen functie. Voor situaties waarin de eigen functie niet meer beschikbaar is nadat het eerste spoor is afgesloten, wordt een nieuwe ontslaggrond gecreëerd (de j-grond).
Zowel de werkgever als de werknemer krijgen zo eerder duidelijkheid over het te volgen spoor bij re-integratie en de werkgever weet eerder of de zieke werknemer kan worden vervangen.
Als de werkgever en de werknemer niet gezamenlijk tot overeenstemming zijn gekomen en de werkgever wil het eerste spoor toch afsluiten, dan kan het UWV om toestemming worden gevraagd.
De consultatieperiode van dit ontwerp-wetsvoorstel is afgerond en in 2024 wordt het definitieve wetsvoorstel verwacht.
Tot slot
Hoe en of de aangekondigde wetswijzigingen zullen worden uitgewerkt hangt af van de kabinetsformatie en van hoe de nieuwe Tweede Kamer hiermee om zal gaan. Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.