Adviescollege Stikstofproblematiek: inzetten op natuurherstel en emissiereductie
26 september 2019
26 september 2019
Op 25 september 2019 presenteerde het Adviescollege Stikstofproblematiek (de commissie-Remkes) zijn eerste advies onder de titel "Niet alles kan". De vraag aan het Adviescollege was onder welke voorwaarden op korte termijn weer toestemming kan worden verleend voor activiteiten die stikstof uitstoten, nu vergunningprocedures feitelijk zijn komen stil te liggen na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). In die uitspraak oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak dat het PAS niet meer kan worden gebruikt om toestemming te verlenen voor activiteiten met stikstofdepositie.
Het Adviescollege stelt dat op korte termijn moet worden ingezet op emissiereductie enerzijds en natuurherstel anderzijds. In kwetsbare Natura 2000-gebieden moeten versnel herstel- en verbetermaatregelen worden uitgevoerd. Die moeten wel geloofwaardig en aantoonbaar zijn, zegt het Adviescollege daar uitdrukkelijk bij. Niet voor niets want uit de PAS-uitspraak kan worden afgeleid dat de maatregelen van het PAS op dat punt onvoldoende onderbouwd waren.
Verder moeten volgens het Adviescollege op korte termijn maatregelen worden getroffen die tot emissiereductie leiden. Alle economische sectoren die stikstofuitstoot kennen zullen daar hun steentje aan bij moeten dragen. Korte termijn winst ziet het Adviescollege door het uitvoeren van de volgende maatregelen:
- Veehouderij: gerichte verwerving of sanering van agrarische bedrijven met hoge emissies of verouderde stalsystemen in de buurt van kwetsbare Natura 2000-gebieden, en verder ook experimenteerruimte voor emissie-reducerende technieken;
- Mobiliteit: snelheidsverlaging op rijks- en provinciale wegen, gericht op aantoonbare effecten in kwetsbare Natura 2000-gebieden;
- Industrie: in kaart brengen welke sectoren een negatieve bijdrage leveren aan stikstofdepositie en welke maatregelen nodig zijn en welk beleid gevoerd moet worden – kennelijk is daar nog onvoldoende inzicht in;
- Bouwsector: modulair, energieneutraal, circulair en "natuurinclusief" bouwen, aanbestedingsvoorwaarden en vergunningsvoorwaarden hierop aanpassen;
Het Adviescollege benadrukt dat de daardoor vrijgekomen ruimte slechts gedeeltelijk mag worden benut voor nieuwe ontwikkelingen. Reductie van stikstofemissie moet altijd worden afgeroomd voordat die reductie wordt ingezet om nieuwe emissie mogelijk te maken.
Volgens het Adviescollege zijn vooral Rijk en provincies aan zet om deze maatregelen door te voeren. Het Rijk moet geld beschikbaar stellen voor verwerving, sanering, natuurherstel, ondersteuning en informatievoorziening. Het Rijk moet ook zelf het goede voorbeeld geven. Provincies zijn als gebiedsregisseur verantwoordelijk voor uitvoering en handhaving. Verder moeten gemeenten hun ruimtelijk beleid inzetten en voorwaarden formuleren in bestemmingsplannen. Waterschappen en waterbedrijven kunnen een belangrijke bijdrage leveren als terreinbeheerder.
Dit is de aanpak die het Adviescollege voorstelt voor de korte termijn.
Voor de lange termijn kondigt het Adviescollege onder meer "een beleidsreconstructie van het PAS" aan en een lange termijnaanpak. Daarvoor heeft het Adviescollege meer tijd nodig. Naar verwachting komen in het voorjaar van 2020 aanbevelingen voor de lange termijn.
Of de voorstellen van het Adviescollege door de politiek worden overgenomen, moet worden afgewacht. Duidelijk is dat keuzes moeten worden gemaakt, waarbij grote belangen op het spel staan.
Houthoff volgt de ontwikkelingen op de voet en zoekt samen met ondernemingen en overheden naar innovatieve wegen om zo effectief mogelijk om te gaan met deze problematiek.