News Update Employment & Pensions
27 september 2023
Op 26 september 2023 is het initiatiefwetsvoorstel Wet werken waar je wilt verworpen door de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel zou het voor werknemers en werkgevers gemakkelijker moeten maken om afspraken te maken over thuiswerken. Werkgevers kunnen wel lessen trekken uit de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel.
Aanleiding voor dit wetsvoorstel is de veranderde tijdsgeest ten aanzien van thuiswerken als gevolg van de coronacrisis. De Wet werken waar je wilt beoogde het aanpassen van de arbeidsplaats te vergemakkelijken en daarmee meer vrijheid te verlenen aan werknemers om hybride te werken.
Tijdens het debat in de Eerste Kamer bleken de meeste fracties het initiatiefwetsvoorstel sympathiek te vinden maar niet nodig, omdat werkgevers en werknemers "er samen wel uitkomen" en de huidige praktijk niet tot noemenswaardige rechtszaken heeft geleid. De Eerste Kamer stemde met een krappe meerderheid tegen het wetsvoorstel.
Bevordering dialoog tussen werkgever en werknemer
De belangrijkste wijziging in de Wet werken waar je wilt was de wettelijke toets: De werkgever zou het verzoek van de werknemer tot aanpassing van de arbeidsplaats alleen mogen afwijzen op grond van redelijkheid en billijkheid waarbij van de werkgever wordt verwacht dat hij een deugdelijke belangenafweging maakt en hierbij alle omstandigheden van het geval meeweegt.
Ook zonder deze wettelijke toets is van belang dat in het gesprek op de werkvloer elke keer weer de afweging wordt gemaakt tussen aan de ene kant de wensen van de werknemer en aan de andere kant de belangen van de werkgever. De belangenafweging geeft werkgevers ook ruimte als er redenen zijn waarom medewerkers juist wel op het werk moeten zijn, bijvoorbeeld voor nieuwe medewerkers, teambuilding of klanten.
Bij de behandeling in de Eerste Kamer werden onder ander de kosten en de lasten van thuiswerken voor de werkgever, de meningen en behoeften van de medecollega's, aard van de werkzaamheden en sociale cohesie genoemd als belangen die kunnen worden meegewogen.
Ook moet het gesprek worden gevoerd over wat een passende arbeidsplaats is. Dat kan zijn het woonadres van de werknemer of een bedrijfsverzamelgebouw. Als werkgever wil je dat werknemers die op een ander locatie werken dat op een veilige manier kunnen doen qua arbeidsomstandigheden, maar ook qua bedrijfsinformatie, qua gesprekken die gehoord kunnen worden en qua documenten die als gevolg van het werken op twee locaties verplaatst moeten worden.
De huidige wetgeving blijft ongewijzigd
De huidige Wet flexibel werken biedt werknemers die ten minste een half jaar in dienst zijn bij een bedrijf met ten minste 10 werknemers, onder andere de mogelijkheid om een verzoek in te dienen tot aanpassing van arbeidsplaats. De werkgever is verplicht het verzoek in overweging te nemen en in overleg te treden met de werknemer (duty to consider). De werkgever is vervolgens vrij om het verzoek af te wijzen op welke grond dan ook, maar zal de afwijzing wel deugdelijk moeten motiveren.
Het verzoek moet schriftelijk en ten minste twee maanden voor de beoogde ingangsdatum worden ingediend.
Let wel op dat de werkgever bij een verzoek tot wijziging van de arbeidsplaats tijdig, dat wil zeggen uiterlijk één maand voor de ingangsdatum van het verzoek, dient te reageren. Als de werkgever dit niet doet, wordt de arbeidsplaats aangepast conform de wensen van de werknemer. Om te voorkomen dat een verzoek (te) lang blijft liggen, is het belangrijk dat werkgevers beleid hebben opgesteld over hoe binnen de organisatie wordt omgegaan met dergelijke verzoeken van werknemers.
Tot slot
De werknemer moet goed nadenken over de redenen en de consequenties van het verzoek en de werkgever moet het verzoek serieus overwegen, want een werknemer vraagt er niet zomaar om.
De parlementaire geschiedenis van het wetsvoorstel Werken waar je wilt geeft wat handvatten die kunnen worden meegenomen in de dialoog over thuiswerken.
Neem voor vragen contact op met ons Employment team.