Geactualiseerde Governancecode Zorg 2022
5 January 2022
6 januari 2022
Sinds 1 januari 2022 is de herziene Governancecode Zorg (“GCZ 2022”) van kracht.
Aanleiding
Aanleiding voor deze herziening is de komst van nieuwe wetgeving, de evaluatie van de voorgaande code en adviezen van de Governance innovatie- en adviescommissie van de Brancheorganisatie Zorg (“BoZ”).
De relevante nieuwe wetgeving wordt gevormd door:
- de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (“WBTR”), die op 1 juli 2021 in werking is getreden en regels bevat voor het bestuur en de raad van toezicht (“RvT”) van een stichting, vereniging en coöperatie (zie hierover ook onze nieuwsbrief);
- de Wet toetreding zorgaanbieders (“Wtza”), de Aanpassingswet toetreding zorgaanbieders (“AWtza”) en het Uitvoeringsbesluit Wtza (“Ub Wtza”) die op 1 januari 2022 in werking zijn getreden (zie hierover ook onze nieuwsbrief).
Uitgangspunt
Uitgangspunt is dat wat in de wet is geregeld niet in de GCZ 2022 is opgenomen, tenzij dat nodig is voor de consistentie of hanteerbaarheid van de GCZ 2022. Net als bij de vorige versie van de code geldt dat naleving van de GCZ 2022 een verplichting is voor zorgorganisaties die lid zijn van een brancheorganisatie (ActiZ, de Nederlandse ggz, NFU, NVZ en VGN).
Wijzigingen
Wij lichten de drie belangrijkste onderwerpen die zijn gewijzigd of aangevuld in de GCZ 2022 uit:
- belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang;
- medezeggenschap; en
- toezicht.
Belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang
In de GCZ 2022 wordt gesproken over belangenverstrengeling en ongewenste belangenverstrengeling. Belangenverstrengeling is een situatie waarin een bestuurder of toezichthouder meerdere belangen of functies heeft die elkaar raken of beïnvloeden. Belangenverstrengeling is ongewenst als de verschillende belangen, posities of (neven)functies een zodanige invloed op elkaar hebben dat de onafhankelijkheid, objectiviteit of integriteit van een bestuurder of toezichthouder met betrekking tot een belangenafweging dusdanig in het geding komt dat de organisatie kan worden benadeeld en vertrouwen of legitimiteit verliest, aldus de GCZ 2022. De GCZ 2022 schrijft voor dat in reglementen van de raad van bestuur en de RvT (beheers)maatregelen worden vastgelegd om belangenverstrengeling te signaleren, om ongewenste belangenverstrengeling te voorkomen en de schijn hiervan te vermijden en om te waarborgen dat op een zorgvuldige en transparante wijze met ongewenste belangenverstrengeling en de schijn hiervan wordt omgegaan.
Daarnaast verwijst de GCZ 2022 naar de wettelijke regeling van tegenstrijdig belang van bestuurders en leden van de RvT in de WBTR (zie hierover ook onze nieuwsbrief). Daaraan wordt in de GCZ 2022 uitdrukkelijk toegevoegd dat transacties waarbij tegenstrijdige belangen van bestuurders en/of leden van de RvT spelen onder marktconforme voorwaarden worden aangegaan, worden goedgekeurd door de RvT en worden gepubliceerd in het jaarverslag.
Medezeggenschap van professionals
De GCZ 2022 maakt een onderscheid tussen wettelijke medezeggenschap via de ondernemingsraad en de cliëntenraad en professionele medezeggenschap. Dat laatste kan formeel plaatsvinden via bijvoorbeeld een adviesraad of stafconvent, maar ook informeel via invloed op de dagelijkse beroepsuitoefening. Nieuw is dat een zorgorganisatie moet waarborgen dat ook (vertegenwoordigers van) professionals formeel en informeel betrokken worden en daarmee invloed kunnen uitoefenen. Professionals moeten invloed kunnen hebben op het beleid dat hen raakt in de dagelijkse beroepsuitoefening, maar ook worden betrokken worden bij de beleidskeuzes over ‘de zorg van morgen’. De raad van toezicht maakt met de raad van bestuur afspraken over de wijze van omgang van de raad van toezicht met (vertegenwoordigers van) de professionals.
Raad van toezicht in een groepsstructuur
Een zorgorganisatie kan deel uitmaken van een groep. Zij kan zelf de holding binnen de groep zijn, of een dochter van een andere rechtspersoon binnen de groep. Het bestuur en de RvT van de zorgorganisatie zijn verantwoordelijk voor de naleving van de GCZ 2022 door de zorgorganisatie en de daarmee verbonden groeps- en dochtermaatschappijen. De GCZ 2022 verwijst naar het Ub Wtza, waarin te lezen is (p. 11) dat de RvT effectief toezicht moet kunnen houden op het niveau waar het bestuur de belangrijke beleidsbeslissingen over de zorgorganisatie neemt. Bovendien moet de RvT toezicht kunnen houden op ontwikkelingen binnen de groep die de zorgorganisatie raken of een risico vormen voor de zorgorganisatie. Dit kan betekenen dat (ook) bij de holding een RvT moet worden ingesteld, indien de zorgorganisatie een dochter is binnen de groep.
Consequenties en meer informatie?
De statuten en/of reglementen van zorgorganisaties behoeven mogelijk aanpassing om te voldoen aan de bovengenoemde wetgeving en de GCZ 2022. Het verdient aanbeveling om te (laten) analyseren of dit het geval is. Heeft u vragen of wenst u meer informatie te ontvangen naar aanleiding van het bovenstaande, neemt u dan contact op met Paul de Vries, Marleen van Uchelen of Thomas de Rave.