
News Update Hoge Raad
8 September 2023
Verhaal door een WAM-verzekeraar en goede trouw van de bestuurder
CIVIEL
Mag een autobestuurder, niet zijnde de WAM-verzekeringnemer, er te goeder trouw van uitgaan dat hij verzekerd is indien hij met zijn rijgedrag in beschonken staat schade veroorzaakt? Het antwoord op deze vraag bepaalt of de WAM-verzekeraar die de schade van een benadeelde vergoedt, op grond van art. 15 WAM verhaal kan nemen op de autobestuurder. De HR oordeelt dat aangesloten dient te worden bij het goedetrouwbegrip van art. 3:11 BW. Goede trouw ontbreekt als gevolg daarvan niet alleen indien de bestuurder wist dat zijn aansprakelijkheid niet door een verzekering was gedekt, maar ook indien hij dat in de gegeven omstandigheden behoorde te weten. Van dat laatste is, zo oordeelt de HR, ook reeds sprake als de aansprakelijke persoon dienaangaande goede reden had tot twijfel dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt.
Bij onrechtmatige besluiten geldt dezelfde verjaringstermijn in bestuursrechtelijke als in civiele zaken
CIVIEL
Op grond van art. 8:93 Awb begint de verjaringstermijn voor het verzoek aan de bestuursrechter om schadevergoeding vanwege een onrechtmatig besluit niet eerder dan (i) de dag na die waarop de vernietiging van het schadeveroorzakende besluit onherroepelijk is geworden of (ii) het bestuursorgaan de onrechtmatigheid van het besluit heeft erkend. De HR oordeelt dat op grond van art. 3:310 BW hetzelfde geldt voor de vordering tot schadevergoeding vanwege een onrechtmatig besluit bij de civiele rechter. De HR oordeelt verder dat onzelfstandige voorbereidingshandelingen, zoals het geven van onjuiste inlichtingen, delen in de onrechtmatigheid van het daaropvolgende besluit en dat hiervoor dus dezelfde verjaringstermijn geldt.