News Update Hoge Raad
Week 46 | Bevoegdheid enquête te bevelen om redenen van openbaar belang
18 November 2022
CIVIEL
Bevoegdheid enquête te bevelen om redenen van openbaar belangInzake het verzoek van het OM tot het houden van een enquête naar het beleid en de gang van zaken bij Sint Maarten Harbour, overweegt de HR dat bij het uitoefenen van de discretionaire bevoegdheid een enquête te bevelen, een afweging dient plaats te vinden van alle betrokken belangen, die steunt op de feiten en omstandigheden van het concrete geval. Bij de belangenafweging staat het belang van de rechtspersoon voorop. De afweging van meer algemene belangen, tegen de in het concrete geval bestaande belangen, leent zich niet voor een gedetailleerde motivering, tenzij bepaalde feiten of omstandigheden duidelijk voor dan wel tegen toewijzing van het verzoek pleiten en de rechter desalniettemin tot een andersluidende beslissing komt. In het bijzonder in een geval waarin het OM om redenen van openbaar belang een enquête verzoekt, ligt het voor de hand bij de belangenafweging te betrekken het maatschappelijke belang van openheid van zaken over mogelijk wanbeleid binnen een onderneming waarvan het functioneren een ruime kring van belanghebbenden raakt, en de preventieve werking die het gevolg kan zijn van het verkrijgen van openheid van zaken.
ECLI:NL:HR:2022:1705
FISCAAL
Het berekenen van belastingrente is niet toegestaan over een periode dat de Belastingdienst al over het geld beschiktAan belanghebbende is als gevolg van een onevenwichtige uitwerking van de wet belastingrente in rekening gebracht over een periode dat de Belastingdienst al beschikte over het bedrag aan verschuldigde belasting. De HR oordeelt dat de fiscale wetgever met de belastingrenteregeling heeft willen aansluiten bij de verzuimgedachte, waarbij te compenseren renteschade wordt berekend over de niet betaalde hoofdsom. Een letterlijke toepassing van de wet is in strijd met deze gedachte. Ten overvloede oordeelt de HR dat wel belastingrente kan worden berekend over de periode tussen de dagtekening van de aanslag en de uiterste betaaldatum (zes weken na dagtekening van de aanslag), ook als voor deze datum is betaald. Uit de wetsgeschiedenis blijkt namelijk dat voor deze benadering is gekozen door de wetgever in verband met uitvoerbaarheid van de regeling. De HR verklaart het incidentele beroep van belastingplichtige gegrond en vermindert de belastingrente.
ECLI:NL:HR:2022:1673
Meld u aan voor de News Update Hoge Raad
Written by: