
Beroepsaansprakelijkheid advocaat jegens derden
17 January 2020
17 januari 2020
Civiel
Beroepsaansprakelijkheid advocaat jegens derdenEen advocaat hoeft bij zijn dienstverlening met betrekking tot een voorgenomen financiële transactie geen rekening te houden met mogelijke belangen van derden, tenzij hij uit de hem door de cliënt verschafte gegevens of de overige omstandigheden van het geval redelijkerwijs behoort af te leiden dat zodanige, gerechtvaardigde, belangen door de van hem gevraagde dienstverlening op onaanvaardbare wijze kunnen worden geschaad. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval zal hij nader onderzoek moeten doen. De wetenschap dat de vennootschap waaraan de advocaat zijn diensten verleent, of de groep waarvan deze deel uitmaakt, financieel in zwaar weer verkeert, is daartoe op zichzelf niet voldoende, ook niet als de betrokken advocaat is gespecialiseerd in het insolventierecht. Tot de relevante omstandigheden behoort voorts ook de inhoud en reikwijdte van de opdracht aan de advocaat.
De rechter in hoger beroep kan op grond van art. 356 Rv, wanneer hij een tussenvonnis vernietigt, de zaak aan zich houden om in hoger beroep op de hoofdzaak te beslissen. Partijen moeten rekening houden met die mogelijkheid, door hun stellingen daarop af te stemmen en door zo nodig dadelijk incidenteel hoger beroep in te stellen.
ECLI:NL:HR:2020:61
Civiel
Dwangsom mogelijk bij bevel tot onthouding van opschorting, inhouding of verrekening
Een bestuurder van een vennootschap is niet persoonlijk aansprakelijk jegens een vennootschapsschuldeiser die is benadeeld wegens het onbetaald en onverhaalbaar blijven van zijn vordering, op de enkele grond dat die bestuurder het faillissement van de vennootschap heeft aangevraagd en daarna heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap een of meer andere schuldeisers heeft betaald met voorrang boven die vennootschapsschuldeiser. Onder verwijzing naar Ontvanger/Roelofsen oordeelt de HR dat de betrokken bestuurder ter zake van deze benadeling persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden indien zijn handelen of nalaten als bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
ECLI:NL:HR:2020:73