
News Update Hoge Raad
4 April 2025
Cassatiebalie vooralsnog gesloten voor Caribische advocaten maar wetgever is aan zet
Civiel
Alleen advocaten die in Nederland zijn gevestigd kunnen momenteel als cassatieadvocaat worden ingeschreven. Naar aanleiding van een procedure over de weigering van de inschrijving van een Bonairiaanse advocaat als cassatieadvocaat oordeelt de HR dat vooralsnog een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat voor de ongelijke behandeling tussen Europees-Nederlandse advocaten en Caribische. Voor de toekomst moet de toelating van Caribische advocaten tot de cassatiebalie evenwel geregeld gaan worden. De HR is ook de hoogste rechter van het Caribische deel van het Koninkrijk en als uitgangspunt geldt dat het voor Caribische advocaten mogelijk moet zijn om toegelaten te worden als cassatieadvocaat zodat ook zij voor hun eigen hoogste rechter kunnen procederen
Vrijgesteld loon werkkostenregeling telt ook mee bij berekening excessieve vertrekvergoeding
Fiscaal
Een werknemer werkte als bestuurslid voor belanghebbende en had gedurende zijn dienstverband recht op toepassing van de 30%-regeling. Gedurende de looptijd van de 30%-regeling eindigt de dienstbetrekking tussen de werknemer en belanghebbende, waarbij werknemer een vertrekvergoeding krijgt. Belanghebbende is van mening dat de het loon dat onder de 30%-regeling valt niet moet worden meegenomen in de berekening of de vertrekvergoeding excessief is. De inspecteur is het hiermee oneens en legt naheffingsaanslagen op. Volgens de inspecteur geldt voor de berekening van de vertrekvergoeding het algemene loonbegrip van de Wet op de loonbelasting 1964, waartoe ook vrijgestelde vergoedingen en verstrekkingen onder de werkkostenregeling behoren. De HR volgt de uitleg van de inspecteur en verklaart het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de inspecteur ongegrond.
ECLI:NL:HR:2025:508
Overleden getuige en de waarborgen van een eerlijk proces
Straf
De HR oordeelde dat het hof de verklaring van de overleden getuige als bewijs kon gebruiken, ondanks dat de verdediging hem niet kon ondervragen. Dit was gerechtvaardigd omdat de verklaring niet doorslaggevend was en er voldoende ander bewijs en compenserende factoren waren om een eerlijk proces te waarborgen.
ECLI:NL:HR: 2025:494